In dit artikel over opties leggen wij u uit wat opties zijn. Tevens bekijken we hoe opties zijn ontstaan en hoe dit instrument is opgebouwd. De volgende aspecten komen aan bod.
- Wat zijn opties
- Soorten opties
- Voorwaarden
- Het kopen van opties
- Het kopen van een calloptie
- Het kopen van een putoptie
- Opties verkopen
- Het schrijven van een callotpie
- Het schrijven van een putoptie
- Risico’s van putopties en callopties
- Wat zijn opties voor de particuliere belegger?
Wat zijn opties?
Opties zijn een derivaat. Derivaten zijn financiële producten waarbij de waarde ervan is afgeleid van een ander financieel product, de onderliggende waarde. De waarde van een optie is dus afhankelijk van de waarde van de onderliggende waarde. De onderliggende waarde kan van alles zijn, een aandeel, index, rente, valuta, etc.. Opties gebruikt men om in te kunnen spelen op een bepaalde koersbeweging of om er juist tegen beschermt te zijn.
De optie is een contract dat twee partijen met elkaar afspelen. De koper van het optiecontract verwerft het recht om gedurende de looptijd of op een bepaald moment in de toekomst de onderliggende waarde te mogen kopen of verkopen aan de tegenpartij, dit heet fysieke levering. Afhankelijk van de onderliggende waarde zal bij een cash settlement de afwikkeling van het contract zijn. Bij een cash settlement wordt het verschil gecompenseerd tussen de waarde van het onderliggende product en de vooraf afgesproken prijs (uitoefenprijs of strike).
De koper betaalt voor het contract een bedrag dat de optiepremie wordt genoemd. De verkoper, die ook wel schrijver wordt genoemd, ontvangt deze premie.
Twee soorten opties
Er worden twee soorten opties onderscheiden: calltopties en putopties.
callopties
Een calloptie geeft de koper ervan het recht om een bepaalde financiële waarde te mogen kopen tegen de uitoefenprijs gedurende de looptijd of op een bepaald moment in toekomst, of om een geldbedrag te ontvangen in het geval van een cash settlement. De schrijver gaat de plicht aan om de onderliggende waarde te leveren, of om een geldbedrag te leveren.
Putopties
Een putoptie geeft de koper het recht om een product te mogen verkopen gedurende de looptijd, of op een bepaald moment in de toekomst, of een geldbedrag te ontvangen in het geval van cash settlement. De schrijver gaat de plicht aan om de onderliggende waarde te kopen, of om een geldbedrag te leveren.
Of een optie gedurende de looptijd of op een bepaald moment in de toekomst kan worden uitgeoefend, hangt af van het type optie. Er zijn Amerikaanse opties en Europese. Amerikaanse opties kunnen gedurende de looptijd uitgeoefend worden. Europese opties kunnen enkel aan het einde van de looptijd uitgeoefend worden. Dit betekent niet dat Europese opties tussentijds niet verhandeld kunnen worden. Aandelenopties zijn van het Amerikaanse type, daarentegen zijn opties op een index van het Europese type.
Opties kunnen zowel in het openbaar verhandeld worden op de beurs, waar de contracten gestandaardiseerd zijn. Tevens kunnen twee partijen ook zonder tussenkomst van de beurs een optiecontract met elkaar sluiten. Dit worden Over-the-counter(OTC) opties genoemd. Hierbij maken de partijen zelf de voorwaarden uit.
Voorwaarden
De voorwaarden hebben betrekking op contractgrootte, looptijd en de uitoefenprijs. Zo hebben optiecontracten doorgaans betrekking op meer dan een keer de onderliggende waarde. In het geval van aandelen gaat het optiecontract om 100 aandelen. Een optie de EUR/USD-koers heeft een contractgrootte van €20.000. Standaardoptie hebben een looptijd van minstens een maand tot maximaal vijf jaar. Er zijn echter ook dagopties en weekopties beschikbaar. De uitoefenprijs is de prijs waartegen afgerekend wordt.
Als de looptijd van een optie afloopt op een bepaalde datum, heet dit expiratie. M.u.v. dag- en weekopties expireren opties altijd op de derde vrijdag van maand waarin ze expireren. Dit is wereldwijs zo geregeld.
Bekijk hier de video “hoe werken opties” of lees het artikel verder door!
Het kopen van opties
De koper van de optie betaalt een premie en verwerft daarmee een recht. Een koper weet van tevoren precies hoeveel hij maximaal kan verliezen, namelijk de premie die hij betaald heeft. Ook al zal de verwachting helemaal niet uitkomen, dan zal de koper nooit meer kunnen verliezen dan premie. In een twee voorbeelden wordt toegelicht hoe het kopen van opties werkt. Zowel de calloptie als de putoptie wordt besproken. In het voorbeeld is Unilever de onderliggende waarde met een koers van €40.
Let op dat een optiecontract op aandelen altijd om 100 aandelen gaat. De prijs van een optie zal dus maal 100 gedaan moeten worden.
Het kopen van de calloptie
De koper van een calloptie zal de verwachting hebben dat het aandeel zal stijgen. Een belegger verwacht inderdaad een stijging van het aandeel Unilever. Hij verwacht dat het aandeel €45 zal doen, maar hij wil er niet €4.000 in investeren. Om toch van deze verwachte stijging te profiteren koopt hij daarom calloptie van maart 2017 met een uitoefenprijs van €42,-. Deze optiekoers is €1,45, dus het kost de belegger €145,-.
Het aandeel is op expiratie in maart €47 waard. De belegger zal zijn optie uitoefenen, want hij koopt daarmee 100 aandelen voor €4.200 terwijl ze €4.700 waard zijn. De belegger heeft een winst behaald van €355,-, namelijk de €500,- winst min de optiepremie van €145,-.
Het aandeel heeft per saldo niet bewogen en is nog steeds €40,-. In dit geval zal de belegger de optie niet uitoefenen, het aandeel kan namelijk voor €40,- gekocht worden, dan zal de belegger de aandelen niet tegen uitoefenprijs kopen. De belegger heeft een verlies van €145,-.
Unilever is gedaald in waarde naar €34,-. Ook in dit geval zal de belegger de optie niet uitoefenen en heeft hij €145,- verlies gedraaid. Had de belegger echter de aandelen gehad, dan had hij een verlies van €600 gehad, aanzienlijk meer.
De koper van een calloptie beperkt dus zijn winst als de verwachting uitkomt, echter als het aandeel de andere kant op gaat, is de belegger enkel de premie kwijt. Als het aandeel niet beweegt is dat het meest vervelend. De aandelenbelegger zal geen winst, maar ook geen verlies hebben gemaakt, maar de optiebelegger is €145,- kwijt.
Het kopen van een putoptie
De koper van een putoptie verwacht dat de aandelen die hij in bezit heeft, zullen dalen in waarde en hij wilt zich daartegen beschermen. Een belegger verwacht een daling van het aandeel Unilever en koopt een putoptie om zich daartegen te beschermen. Hij koopt een putoptie met de uitoefenprijs €38 met een expiratiedatum van maart 2017. Deze optie kost €1,54, de belegger betaalt €154 voor deze optie.
De verwachting komt niet uit, het aandeel stijgt naar €44,-. Hij zal de optie niet uitoefenen, want hij €44 krijgen per aandelen. Op zijn aandelen verdiend hij €400, maar zijn optie is waardeloos. Hij heeft dus een resultaat behaald van €246,-. Had hij geen putoptie gekocht, dan had hij de volle €400 verdiend.
Het aandeel heeft per saldo niet bewogen en is nog steeds €40. De belegger heeft geen resultaat behaald op zijn aandelen, maar wel is de optie waardeloos. De belegger heeft dus een verlies van €154 gemaakt. Had hij alleen de aandelen gehad, dan had hij niets verdiend, maar ook niet verloren.
De verwachting komt wel uit, het aandeel is gedaald tot maar liefst €32,-. Gelukkig mag de belegger vanwege zijn optie, zijn aandelen verkopen voor €38,-. De belegger maakt een verlies van €200 op zijn aandelen. Daarbij komt ook nog de optiepremie van €154. Het totale verlies van de belegger is €354,-. Had hij geen putoptie gekocht, dan was zijn verlies veel groter geweest, namelijk €800. Door een putoptie te kopen heeft de belegger de schade beperkt.
De koper van een putoptie heeft liever dat het aandeel stijgt en neemt voor lief dat hij dan zijn winst beperkt, echter mocht het aandeel naar verwachting inderdaad dalen, dan is de belegger enigszins beschermt. Doet het aandeel niets, dan is de putoptie voor niets geweest en heeft hij voor niets de premie betaald.
Opties verkopen
Opties verkopen wordt doorgaans schrijven genoemd. De schrijver ontvangt de premie die koper moet betalen voor de optie. Voor de schrijven van de optie staat maximale winst van tevoren vast, namelijk de ontvangen premie. Het potentiële verlies is oneindig in het geval van callopties en beperkt, maar omvangrijk in het geval van een putoptie. Met twee voorbeelden wordt het schrijven (verkopen) van optie uitgelegd. In de voorbeelden is het aandeel Unilever de onderliggende waarde met een koers van €40,-
Let op dat een optiecontract op aandelen altijd om 100 aandelen gaat. De prijs van een optie zal dus maal 100 gedaan moeten worden.
Het schrijven van een calloptie
Iemand die een calloptie schrijft heeft de verwachting dat het aandeel niet veel zal bewegen. De schrijven zal extra rendement willen maken op zijn aandelen door een calloptie te schrijven. De belegger verwacht in dit geval dat het aandeel Unilever over zes maanden nog steeds €40,- doet. Om een beetje lucht te hebben, schrijft de belegger de 44 callopties van maart 2017. Deze optie kost €0,76, dus het levert de belegger een premie van €76 op.
Het aandeel is opgelopen tot €47,-. Dit zal betekenen dat de schrijver de aandelen zal moeten leveren voor €44 per stuk. De schrijver behaald €400,- aan koerswinst, het verschil tussen €40 en €44. Daarbij heeft de schrijver ook nog €76 aan premie ontvangen. De schrijver verdient hier dus €476,- aan. Had hij geen calloptie geschreven, dan had hij een winst van €700 gemaakt.
Het aandeel is per saldo niet veranderd. De schrijven van de optie hoeft niets te leveren, want de koper zal de optie niet uitoefenen. Wel heeft schrijver €76 verdiend aan de premie. Had hij niet geschreven, dan had hij niets verdiend of verloren.
Het aandeel is gedaald in waarde naar €34. De schrijver heeft een verlies op zijn aandelen van €600,-, maar hij heeft wel €76 verdiend aan de calloptie die in dit geval niet zal worden uitgeoefend door de koper. Het verlies is €524,-. Had hij niet geschreven, dan was zijn verlies €600,- geweest.
De schrijver van een calloptie zal zijn winst beperken als het aandeel voorbij de uitoefenprijs stijgt. Daarentegen maakt hij wel rendement als er niets gebeurd en is zijn verlies kleiner als het aandeel in waarde daalt. Het schrijven van opties kan er risicovol zijn vanwege een onbeperkt verlies, daarom is het verstandig om dit nooit ongedekt te doen. In dit voorbeeld is de schrijver gedekt, omdat hij de onderliggende waarde in bezit heeft.
Het schrijven van een putoptie
De schrijver van optie heeft de verwachting dat het aandeel zal gaan stijgen in waarde of gelijk zal blijven. De schrijven hoeft de aandelen niet te hebben, maar wil wel profiteren van een eventuele stijging of dat het aandeel gelijk blijft. Een speculant verwacht dat het aandeel licht zal stijgen en wilt daarvan profiteren, zonder dat hij de aandelen hoeft te kopen. Daarom schrijft hij de putoptie van maart 2017 met een uitoefenprijs van €38, die kost €1,50. Dit levert de schrijver €150,- op.
Het aandeel stijgt licht, van €40,- naar €42,-. De speculant steekt de volledige €150 aan premie in zijn zak. De koper van de putoptie zal namelijk geen gebruik maken van de optie, omdat hij de aandelen voor meer dan €38 kan verkopen. Had de speculant de aandelen gekocht, dan had hij €200 verdiend.
Het aandeel blijft gelijk op €40,-. Ook in dit geval steekt de speculant de volledige €150,- in zijn zak. Had hij de aandelen gekocht, dan had hij geen rendement gemaakt.
Het aandeel daalt in waarde naar €36,-. De schrijver zal nu worden aangewezen door de koper van putoptie om zijn aandelen te kopen voor €38,-. Omdat de schrijver een verplichting daartoe is aangegaan, moet hij de aandelen kopen. Op die aandelen maakt de schrijver direct een verlies van €200 omdat de werkelijk koers op €36 staat. Hij heeft wel €150,- premie ontvangen en dus heeft de speculant per saldo een verlies van €50. Had hij de aandelen gekocht, dan had hij €400 verloren.
De schrijver van putoptie komt vooral in de problemen als de koers van de onderliggende waarde hard daalt, maar zal altijd minder verliezen als hij de aandelen zelf had gekocht. Als het aandeel echter hard stijgt, dan kan hij niet volledig profiteren van de stijging, omdat hij zijn winst enkel uit de premie kan halen.
Bent u een beginner in opties? Bekijk dan hier de video of lees het artikel verder door.
Risico’s van putopties en callopties
Duidelijk is nu dat put- en callopties het tegenovergestelde van elkaar zijn. Hoewel ze echter veel vergelijkbare risico’s en beloningen hebben, loopt een verkoper van een calloptie, in tegenstelling tot een verkoper van een putoptie, toch wat meer risico. Dit omdat een calloptie in theorie oneindig kan blijven stijgen en dus de verkoper van een calloptie oneindig veel risico kan lopen. De verkoper van een putoptie loopt minder risico. Dit omdat een aandeel nooit verder kan dalen dan 0. De kopers van zowel de put-als callopties lopen het minste risico. Zij verliezen hoogstens alleen hun inlegpremie.
Wat zijn opties voor de particuliere belegger?
Voor de particuliere belegger zijn opties make or break instrumenten. Particuliere beleggers die verstand van zaken hebben kunnen geweldige rendementen maken middels diverse optiestrategieën. Hier heeft André Brouwers, die zijn favoriete optiestrategie graag toelicht, veel verstand van. Zonder de juiste training kunnen opties echter ook tot hele grote verliezen leiden, tot schulden aan toe. Om deze reden is het van cruciaal belang om een goede scholing omtrent opties te ontvangen. U hoeft het wiel niet opnieuw uit te vinden, voor een autorijbewijs zijn óók eerst rijlessen benodigd.
Nu beginnen met het beleggen in opties? Schrijf je hier in en volg de opties voor beginners training!