Er wordt gesproken over een bankrun wanneer een groot aantal klanten van een bank of andere financiële instelling hun geld gelijktijdig opnemen vanwege zorgen over de solvabiliteit van de bank. Vaak gaat het bij een bankrun van kwaad tot erger. Als er meer mensen hun geld opnemen, neemt de kans op wanbetaling van de bank toe. Daardoor gaan uiteindelijk nog meer mensen hun geld opnemen. In het ergste geval zal de bank hierdoor niet meer voldoende reserves hebben om alle mensen hun geld op te laten nemen.
Een bankrun begrijpen
Een bankrun vindt plaats wanneer een groot aantal mensen tegelijk hun geld opnemen bij een bank, omdat ze bang zijn dat de bank insolvabel wordt. Echter, is het vaak zo dat een bankrun ontstaat als gevolg van paniek, in plaats van echte insolvabiliteit bij de bank. Een bankrun gedreven door paniek die uiteindelijk leidt tot werkelijke insolvabiliteit, is een mooi voorbeeld van een selffulfilling prophecy. De bank loopt door alle opnames het risico in gebreken te blijven. Het kan beginnen als paniek, maar uiteindelijk ook echt leiden tot hetgeen waar iedereen bang voor is.
De waarheid is namelijk dat de meeste banken niet zoveel contant geld in hun filialen beschikbaar hebben dat elke klant zijn geld op kan nemen. Ook hebben banken een vaste limiet voor hoeveel ze elke dag in hun kluis op kunnen slaan. Deze limieten worden vastgesteld op basis van behoefte en om veiligheidsredenen. Ook gelden er interne geldlimieten voor financiële instellingen. Het geld dat ze wel hebben op papier, wordt gebruikt om uit te lenen of het wordt geïnvesteerd in verschillende assets.
Banken houden doorgaans maar een klein deel van hun deposito’s contant aan. Daarom moeten ze hun kasstromen vergroten om aan de opname-eisen van de klanten te kunnen voldoen. Een methode om dit te kunnen realiseren is door activa te verkopen, soms voor veel lagere prijzen dan wanneer er niet met spoed moet worden verkocht. Deze verliezen bij de verkoop van activa tegen lage prijzen kunnen er weer toe leiden dat de bank echt insolvabel wordt. Zo’n grote bankpaniek treedt op wanneer meerdere banken tegelijk dit scenario doormaken.
Een geschiedenis van bankruns
Tegenwoordig wordt er, als er over een bankrun gesproken wordt, vaak de associatie gemaakt met de Grote Depressie. Na de beurscrash van 1929 begonnen Amerikaanse spaarders in paniek te raken en zochten ze zekerheid in het aanhouden van fysiek geld.
Het eerste geval van het falen van een bank als gevolg van massale opnames vond plaats in 1930 en Tennessee. Dit kennelijk kleine incident leidde toch tot een reeks opeenvolgende bankruns. Eerst in het zuiden en vervolgens door het hele land toen iedereen hoorde wat er gebeurde. Iedereen probeerde zijn deposito’s op te nemen voordat ze dachten hun spaargeld kwijt te raken. Dit kuddegedrag zorgde voor een neerwaartse spiraal waarin het proces alleen maar versnelde en tot meer bankruns leidde.
Het ging van kwaad tot erger, want nu gingen de geruchten dat banken weigerden klanten hun geld terug te geven. Uiteraard zorgde dit voor nog meer paniek en onrust. De druppel was een bankier die door de bank was geadviseerd een bepaald aandeel niet te verkopen naar buiten liep en de mensen vertelde dat de bank zijn aandelen niet wilde verkopen. Dit leidde weer tot duizenden mensen die hun geld kwamen innen. In enkele uren trokken klanten voor meer dan $2.000.000 uit de bank.
De opeenvolging van bankruns die zich voordeed in het begin van de jaren 30 zorgde voor een domino-effect. Het nieuws van een bankfaillissement zette mensen ertoe hun geld op te nemen. Een enkel faillissement leidde tot tal van bankruns verderop in het land.
Destijds in Amerika hebben ze als reactie op deze bankruns verschillende regelgevingen opgesteld. Dit hebben ze gedaan om te voorkomen dat dit nog een keer zou gebeuren. Een onderdeel hiervan was de oprichting van de FDIC (Federal Deposit Insurance Corporation). Deze organisatie verzekerd spaarders tot $250.000 per bankinstelling.
Hoe kan een bankrun voorkomen worden?
Als reactie op al de bankruns van de jaren 30 zijn dus verschillende maatregelen getroffen. Allemaal om het risico op zulk soort gebeurtenissen te minimaliseren. Een van de belangrijkste was het instellen van reserveverplichtingen. Dit hield in dat banken een bepaald percentage van alle deposito’s contant aan moesten houden.
Ook is er nog het FDIC opgericht. Deze instelling is opgericht met voornaamste reden de stabiliteit en het vertrouwen van de consument in het financiële systeem te behouden. Helaas worden hier alsnog niet alle problemen mee opgelost. Bij een dreiging van een bankrun is het van belang dat een bank een proactieve houding aanneemt. Hier een aantal voorbeelden van wat ze kunnen doen als het dreigt de verkeerde kant op te gaan.
- Vertraag het proces
Wat banken kunnen doen is zorgen voor vertraging in het proces. Dit kunnen ze bijvoorbeeld doen door de bank te sluiten voor een bepaalde periode. Dit zorgt ervoor dat het voor mensen geen zin heeft om in de rij te gaan staan en hun geld op te gaan halen. Een voorbeeld uit de geschiedenis is Roosevelt die een feestdag uit riep in 1933, om voor de banken wat extra tijd te creëren. In deze tijd konden ze de insolvabiliteit van de bank verzekeren.
- Lenen
Op het moment dat banken of andere financiële instellingen dreigen failliet te gaan kunnen ze ervoor kiezen te lenen bij andere banken of financiële instellingen. Deze kunnen voorkomen dat ze failliet gaan.
- Het verzekeren van deposito’s
Als de consument weet dat zijn deposito’s zijn verzekerd door de overheid, zal dit doorgaans zorgen voor afname van de angstgevoelens. De FDIC in Amerika heeft hier al een hele tijd geleden een begin mee gemaakt.
Doorgaans treden centrale banken pas op als allerlaatste redmiddel voor individuele banken tijdens tijden van crisis. De centrale banken zullen dan een lening verschaffen aan de individuele banken.
Een stille bankrun
Als we het over een bankrun hebben denken we vaak aan de lange rijen bij een pinautomaat waarbij iedereen op zijn beurt moet wachten tot hij of zij fysiek het geld kan opnemen. Tegenwoordig kan dit anders zijn. Je hoeft namelijk tegenwoordig niet altijd meer fysiek naar de pinautomaat om het geld op te nemen. De mogelijkheid om elektronisch geld op te nemen zorgt er voor dat je een zogenaamde stille bankrun kunt krijgen. Bij een stille bankrun gaan mensen dus ook massaal hun geld opnemen, maar niet fysiek naar een bank om geld op te nemen.
Wat deze moderne technologie met zich meebrengt, is dat vanuit het oogpunt van een bank een bankrun een stuk bedreigender kan zijn. Veel dingen die voorheen het proces van een bankrun zouden kunnen vertragen, zoals lange rijen met mensen of het feit dat mensen hun opname alleen kunnen doen binnen de werkuren van de bank, zijn bij een stille bankrun niet meer van toepassing.
Aan de andere kant is het zo dat deze technologie de bank ook ten goede kan komen. Doordat mensen niet meer fysiek naar de bank hoeven om het geld op te nemen, zien anderen ook niet zo gauw dat er eventueel een bankrun gaande is. Mensen zouden namelijk sneller hun geld opnemen als ze een grote rij zouden zien staan bij de bank.